Hoe het (niet) werkt Mestvergisters zijn oorspronkelijk niet ontwikkeld om duurzame energie op te wekken maar om mest te verwerken.
Een probleem bij het verspreiden van mest op het land zijn de stoffen fosfor en stikstof. Een teveel van deze stoffen (nutriënten) in het milieu is slecht voor de biodiversiteit en voor ons water. Door de mest niet over het land te verspreiden, maar te vergisten lijkt dit een oplossing voor het probleem. Maar helaas, bij het vergisten blijven fosfor en stikstof gewoon in dezelfde hoeveelheid bestaan, deze vergisten niet.
Bij het vergisten heeft men twee mogelijkheden:
-
Een monovergister: deze draait alleen op mest. Mest levert zelf niet zoveel gas op. Daarnaast kost het relatief veel energie om de mest te vergisten.
-
Een co-vergister: hierin gaan naast mest een of meerdere bijprodukten. Dit kan van alles zijn zoals mais, soja of ander veevoer. Een vervelend nevenverschijnsel: inmiddels is bekend dat er regelmatig illegaal afval wordt weggewerkt in co-vergisters. Een plaatsvervangend hoofdofficier bij het Openbaar Ministerie heeft in een uitzending van het televisieprogramma “De Vuilnisman” aangegeven dat de georganiseerde misdaad al gebruik maakt van co-vergisters om illegaal afval, zoals drugsafval, te dumpen.
De lastige rest Na het vergisten is er, naast het opgewekte gas, nog een ander resultaat: het restprodukt dat wordt aangeduid met de term “Digestaat”. Digestaat bevat onder andere ziekteverwekkers. Het effect van digestaat op akkerland is niet goed. Niet duidelijk is welk effect digestaat heeft op verspreiding van zoönosen (dierziekten). Wil men het restant gebruiken als meststof, dan is zorgvuldig pasteuriseren noodzakelijk. Dit is een proces dat veel energie kost en dus weinig bijdraagt aan een duurzame oplossing. Bedenk dan ook nog dat de aanvoer van mest en/of bijproducten en de afvoer van restprodukten extra verkeer en dus extra energieverbruik met zich meebrengt.
Voorstanders van mestvergisting noemen het voordeel dat methaangas afkomstig van vee, wordt omgezet in biogas. Echter door mestvergisting wordt de intensieve veeteelt in stand gehouden. Uit onderzoek blijkt dat juist uit een krimpende veestapel de meeste netto-klimaatwinst valt te halen (een aanzienlijke afname van methaangas).
Subsidievreter Mestvergisting kost dus relatief veel energie terwijl het uiteindelijk weinig energie oplevert. Als alternatieve energiebron wordt deze technologie momenteel nog gesubsidieerd, maar het is al met al een subsidieslurpende business. Daar waar men de subsidiestromen bij wind- en zonne-energie geleidelijk ziet afnemen, is dat bij mestvergisting niet het geval. Inmiddels is er vier miljard euro overheidssubsidie uitgegeven aan mestvergisting. Er is echter een kentering in het denken: de Tweede Kamer heeft bij de laatste Algemene Beschouwingen een motie aangenomen om mestvergisters uit te sluiten bij de nieuwe ronde van de SDE+++ subsidies.
Omgaan met de buren Tenslotte nog een ander probleem: de overlast voor de leefomgeving. Als je mensen vraagt of ze een mestvergister in de achtertuin willen, zal niemand zeggen “Goed idee, doe maar.” Mestvergisters kunnen stankoverlast veroorzaken. Ook genoemd is al het sterk toegenomen aan- en afvoerverkeer. Niet voor niets zijn vergunningen voor installaties al geweigerd of vernietigd.
Wat wil GroenLinks wel?
-
In de eerste plaats zullen we volledig moeten inzetten op energiebesparing. Want wat we niet verbruiken hoeven we ook niet op te wekken.
-
Zon en wind zijn oneindige energiebronnen. Deze bronnen moeten we zo goed mogelijk benutten. Zo goed mogelijk betekent ook: goed inpasbaar in de bestaande struktuur. We zullen weloverwogen moeten investeren in netwerk- en opslagcapaciteit.
-
Daarnaast komen er nieuwe technieken zoals waterstof en warmte-koudetechniek op ons af die we op duurzaamheid willen onderzoeken.
Er is nog een weg te gaan in de energietransitie. . Maar voor GroenLinks hebben de mestvergisters bewezen niet bij te dragen aan een duurzame energietransitie.